Je zit zo dicht dat ik je adem bijna in mijn nek kan voelen. Met die ene zin begon het allemaal. Ik woonde nog maar enkele weken in een nieuwe stad. Een stad met duizenden inwoners waarvan ik er welgeteld één kende: een oude schoolvriendin.
Maar vooraleer je iets nieuws kunt opbouwen moeten de basisfundamenten terug stabiel zijn. Zie je, mijn verhuis had een reden: na bijna acht jaar was ik terug single. De eerste weken leefde ik als een wereldvreemde kluizenaar in de grote stad met een rugzak vol klingelende emotionele bagage. Na een maand of twee – en ettelijke bekers Ben & Jerry’s – raakte ik dat isolement beu. Ik had alle series er door gejaagd die ik er ook maar kon doorjagen en ik begon net iets te vaak gesprekken met mijn kat te voeren. De basisfundamenten waren terug stabiel – 80% is goed genoeg – en ik had zin om de stad en haar inwoners te ontdekken.
Hoe pak je dat aan als je in een stad woont waar je zo goed als niemand kent? Hoe begin je hieraan als je niet bepaald de vlotste bent in het leggen van nieuwe contacten? Juist ja, je zoekt je toevlucht tot het anonieme internet en je installeert op je smartphone een dating app – een anglicisme dat al een even vieze nasmaak heeft als een slok zure melk.
Ik was helemaal niet op de hoogte van het reilen en zeilen in datingland. Jarenlang had ik in een cocon van huisje-tuintje-katje geleefd ergens in The Far West (Flanders). Deze app was één grote ontdekkingstocht voor me. Vrij snel kreeg ik weinig aan de verbeelding overlatende berichten van gespierde maar gezichtsloze blote basten, van creaturen die je liever niet tussen klaren en donkeren tegenkomt en van knaapjes die nog in de luiers zaten toen ik midden jaren negentig een Spiceboy was.
Een paar dagen later begon ‘hij’ tegen me te spreken. Ik had hem al opgemerkt door zijn leuke snoet maar ik durfde hem zelf niet aan te spreken. “Je zit zo dicht dat ik je adem bijna in mijn nek kan voelen.” Ik was een naïef kieken en reageerde met een kwinkslag zijn bevreemdende openingszin. Die reactie bleek aan te slaan en al gauw waren we in een met humor doorspekt chatgesprek verwikkeld. We bleken veel gemeenschappelijke interesses te hebben en na een paar dagen waren we al enthousiast met elkaar aan het sms’en – WhatsApp bestond toen nog niet. De sms’en volgden elkaar in sneltreinvaart op en bij elk nieuw bericht maakte ik als een dartele pony in het veld een vreugdesprongetje in mijn hoofd. Niet veel later werden we Facebookvriendjes en na een week of drie besloten we om elkaar te ontmoeten. Op 1 april nota bene. “Dat zou een mooi verhaal voor onze kleinkinderen zijn”, grapten we.
Na al die jaren in de West-Vlaamse suburbs met mijn jeugdlief was ik niet op de hoogte van de geplogenheden in datingland en wist ik niet dat ‘een serie kijken’ codetaal was voor iets anders
Met een bang hartje stapte ik naar onze ontmoetingsplaats. Die angst bleek al snel ongegrond want het leek of we elkaar al jaren kenden. Over de date zelf hoef ik niet veel uit te weiden. Denk gewoon terug aan de laatste keer dat je zelf op date ging en dat het boem pats erop was. De uren vlogen voorbij en plots was het tijd om naar huis te gaan. “Of heb je nog zin om een serie bij mij te komen kijken?”, vroeg hij. Na al die jaren in de West-Vlaamse suburbs met mijn jeugdlief was ik niet op de hoogte van de geplogenheden in datingland en wist ik niet dat ‘een serie kijken’ codetaal was voor iets anders.
Ik ging mee naar zijn flat om een serie kijken maar al snel vestigden we onze aandacht op elkaar in plaats van de serie. Dat was snel maar ik stelde me er geen vragen bij want in die paar uur dat ik hem kende was ik er tot over mijn oren verliefd op geworden. Ik dacht dat hij hetzelfde voelde maar… – geluidje van verliesbeurt –
Ik leefde nog in de veronderstelling dat als twee mensen elkaar leuk vinden ze het niet nodeloos ingewikkeld hoefden te maken. Dat ze niet de kat uit de boom moesten blijven kijken tot ze een betere vis uit de vijver konden vissen. Dat ze niet op verschillende paarden tezelfdertijd aan het wedden waren. Nee, ik dacht dat daten simpel was: ik vind jou leuk, jij vindt mij leuk, er is chemie, we gaan ervoor. Was me dat een koude douche toen ik doorhad dat het er in datingland meestal niet zo gezwind aan toe gaat.
“Je zit zo dicht dat ik je adem bijna in mijn nek kan voelen.” Ik had beter moeten weten, dat besef ik nu ook wel. Maar ah, ik zou nog vaker het deksel op de neus krijgen. Ik stopte deze ervaring in mijn rugzak en zette mijn ontdekkingstocht in de grote, nieuwe stad verder. Wie hierna nog op een eerste date polste of ik geen zin had om een serie bij hem te komen kijken deed vergeefse moeite. Het is te zeggen, tot enkele jaren later Netflix & chill z’n intrede deed…