Het is weer die tijd van het jaar, het Eurovisiesongfestival. Je bent voor of je bent tegen. Maar of je het nu verfoeit of adoreert, ontkennen dat het mensen samenbrengt, dat kun je niet. Lang voor #eurovision trending was vlogen op Twitter al scherpe commentaren over zang/outfit/act doorheen de huiskamers van Athene tot Tallinn. En toeval of niet, mijn verjaardag valt meestal samen met de hoogmis van het Europese lied. Dubbele pret dus – al stopte ik ‘The Nanny-named Fran-gewijs’ wel met jarig zijn sinds ik te oud werd voor een quarterlife crisis.
In 2012 kreeg ik het lumineuze idee om mijn verjaardagsfeest te combineren met het liedjescircus. Ik doopte de avond Ne Party Pas Sans Moi – kenners herkennen meteen de knipoog naar de winnende deelname van Céline Dion. Deze over-enthousiaste ik pakte de dingen meteen groots aan en dat had een cruciale reden: een jaar voordien sprong de relatie met mijn jeugdliefde af. Liefde is nu eenmaal een kaartspel en het is niet altijd hartentroef. Toen ik verhuisde naar Gent, voorspelde hij me dat ik een eenzaam bestaan tegemoet ging. Woorden die lang door mijn hoofd bleven spoken en pas verdwenen toen ik merkte dat ik met gemak mijn appartement vol kon stouwen met mensen die om me gaven – op het songfestival is dit het moment waarop iemand dramatisch in de camera kijkt.
Van zodra ik iets organiseer, verander ik helaas wel in dat Bucket-mens waardoor ik geen genoegen neem met een paar zakken chips en wat blokjes kaas maar een heus outdoors-indoors luxury barbecue with finger buffet voorzie. Ik ga voluit voor de douze points, mijn gasten mogen niets tekort komen. Voor de genodigden heeft deze karaktertrek enkel voordelen maar bij de gastheer zelf dreigen de stoppen dan al eens inwendig door te slaan. Naast het overdadige cateringaanbod had ik mezelf immers ook opgelegd dat het ganse appartement moest en zou blinken … Heel logisch toch dat je de vloer staat te
schrobben terwijl je weet dat er binnen het uur wel iemand Cava of bier zal morsen. Het vreemde is dat ik wel besef dat ik serieus overdrijf. Ik treed dan als het ware uit mijn lichaam, kijk hoofdschuddend naar mezelf en denk: “Maar manneke toch, waarom doe je jezelf zoveel stress aan? Geef het op, geef het op, geef het op Stijntje …”
Jammer genoeg zit die stress ook de hele avond in mijn lijf waardoor ik minder van het feest en het gezelschap geniet dan ik zou moeten. Als een havik scan ik gedurig de kamer af want er moest maar eens een gast een halve minuut met een leeg glas in zijn handen staan. Om mijn innerlijke stresskip wat te kalmeren kapte ik die bewuste avond dan maar een aantal glazen Cava binnen op een zo goed als nuchtere maag. Door mijn nervositeit had ik ook die dag geen tijd gehad om iets te eten, waardoor ik binnen de kortste keren door de wind was – geef toe, deze kon ik toch niet laten liggen.
De rest van de avond verkeerde ik in een euforische roes en wapperde ik bij gebrek aan een windmachine duchtig met de Zweedse vlag die ik als verjaardagsgeschenk had gekregen. Je moet weten dat ik een zwak heb voor Scandinavië en ik volgde toen ook Zweeds in de avondschool. Zweden won dat jaar en dat zorgde trouwens voor nog meer euforie.
De volgende ochtend was niet bepaald een goeiemorgen morgen door alle wild dances in mijn hoofd maar door de vele sms’en en Facebook-berichten besefte ik dat iedereen zich ontzettend goed had geamuseerd en dat de voorspelling van mijn ex helemaal niet klopte. Ik stond er helemaal niet alleen voor, meer zelfs: ik was verrezen als een feniks – vuurwerk op het podium, gejoel van een extatische menigte, fade out.