Een blauwtje lopen, een onverwachts ontslag of een slecht rapport … Afwijzingen, tegenslagen en mislukkingen, iedereen maakt ze mee maar niemand loopt er graag mee te koop. Net als kruimels veeg ik ze het liefst geruisloos onder de mat als er even niemand kijkt. Maar het is niet omdat ik ze verdoezel dat ze verdwijnen. Integendeel, ze blijven gisten in de duisternis en elke keer ik over dat tapijt loop word ik ermee geconfronteerd. Nochtans zijn mislukkingen nu eenmaal een onderdeel van het leven.
De aanhouder wint
Een paar weken geleden zette Johannes Haushofer, assistent-professor aan de Princeton-universiteit, zijn cv met mislukkingen online. Hij wilde zijn studenten aantonen dat mislukking een essentieel onderdeel is van succes. J.K. Rowlings manuscript van Harry Potter werd door verschillende uitgeverijen afgewezen voordat het door Bloomsbury werd opgepikt en een wereldwijde hit werd. Sandra Bullock won in 2010 de razzie voor slechtste actrice voor haar rol in All About Steve. Nauwelijks 24 uur later kreeg ze voor haar vertolking in The Blind Side de Oscar voor beste actrice. Je kunt een straat plaveien met liedjes die aanvankelijk afgewezen werden door de artiest waarvoor ze oorspronkelijk geschreven waren maar nadien megahits werden nadat een andere artiest ze oppikte. Moraal van het verhaal: ook al lukt iets niet na één poging, blijven proberen is de boodschap.
Deze getuigenissen zijn zo krachtig omdat ze uitzonderingen op de regel zijn. Sociale media zijn vaak een goednieuwsshow waar er geen plaats is voor mislukkingen. Op dat vlak verschilt de digitale wereld echt niet zo veel van de echte wereld. Tijdens een werklunch, een familiediner of een cafébezoek met vrienden gooien we onze tegenslagen ook niet zonder nadenken in de groep. We houden veel veeleer de schone schijn op dan dat we ons kwetsbaar durven opstellen en verzwijgen onze tegenvallers – en die van onze dierbaren.
We houden vaak de illusie in stand dat alles ons altijd voor de wind gaat door enkel onze succesverhalen te delen.
Wat niet weet, niet deert
Flashback naar een kerstavond midden jaren ‘90. Zo ergens tussen de garnalencocktail en het kalkoengebraad worden de kerstrapporten besproken. De voorbije jaren pronkte mama steevast met mijn achten, negenen en tienen terwijl ze dit jaar mijn degradatie van ‘het Latijn’ naar ‘het modern‘ verzwijgt. Wat voor mij een opluchting is -die oude taal met haar tig naamvallen interesseert me geen zier, is voor haar een serieuze afgang die ze liever verheimelijkt. De afkeurende en veroordelende blikken van de verzamelde ooms en tantes spaart ze op voor later.
Die avond werd ik me voor het eerst, maar zeker niet voor het laatst, bewust van de omerta (zwijgplicht bij de Italiaanse maffia) op falen. We houden vaak de illusie in stand dat alles ons altijd voor de wind gaat door enkel onze succesverhalen te delen. Die taboesfeer zorgt voor een vicieuze cirkel van verzwegen mislukte sollicitaties en weggemoffelde missers waar werkelijk niemand gelukkiger van wordt.
Na verloop van tijd ontwikkelde ik zelfs een lichte vorm van faalangst waardoor ik de voorbije jaren al een resem kansen aan me voorbij liet gaan. Ik bleef liever veilig aan de zijlijn staan om te vermijden dat ik het deksel op mijn neus kreeg. Het resultaat: een schuif vol niet verstuurde sollicitatiebrieven, een gratis reis naar Tokio gerateerd, spijt omdat ik geen universitaire studies aangedurfd heb … Wat door anderen vaak als gebrek aan ambitie gezien wordt is in feite verhulde faalangst.
Je kunt geen omelet maken zonder eieren te breken
Pakweg anderhalf jaar geleden heb ik me voorgenomen om daar verandering in te brengen. Als ik binnen zestig jaar op mijn sterfbed lig (ik ben hoopvol), wil ik me niet afvragen hoe mijn leven er zou kunnen uitgezien hebben als …
Ik solliciteerde al een paar keer, o.a. bij VRT en Vooruit, telkens zonder goede afloop. Dan sleutel je uren aan de sollicitatiebrief en ontvang je een paar weken later enkel een droge standaardmail waarin te lezen staat dat je niet eens op gesprek mag. Die opdoffers stak ik niet onder stoelen of banken, ik besprak ze met mijn vrienden – in de koffiebar bij een groot stuk chocoladetaart.
Na jaren ‘Misschien moet ik wat vaker schrijven’ te denken begon ik eind 2014 met deze blog, ook al betwijfelde ik of er hoegenaamd iemand op zat te wachten. Er bestonden immers al veel meer blogs dan dat er ballen in een ballenbad zijn. Mijn teksten kennen wisselend succes en dat is zichtbaar voor iedereen in een wereld waar het om likes, shares en clicks draait. Na een tegenvallende post denk ik soms nog dat ik de ganse boel maar moet opdoeken. Maar na een nachtje slapen besluit ik maar om door te doen, want Rome is ook niet op één dag gebouwd.
Ik blijf proberen, met vallen en opstaan. Mijn missers moffel ik niet langer weg onder het tapijt. En zo tracht ik de omerta op falen te doorbreken. En wat als we dat nu eens met z’n allen wat vaker zouden doen?