Volgens de Britse psycholoog Cliff Arnall is de derde maandag van januari de meest deprimerende dag van het jaar. Harde wetenschap of mythe, ik heb Blue Monday 2016 toch maar mooi overleefd. Als ik al een beetje blauw zag, kwam dat door de kou, niet door mijn wispelturige gemoedstoestand. Je kunt het vergelijken met de bewoners van een weerhuisje die elkaar afwisselen naargelang het een zonnige of regenachtige dag is. Wie mijn schrijfsels al wat langer leest, weet al dat ik soms net iets vaker simpelweg gelukkig zou willen zijn.
Het is niet zo dat ik tijdens mijn dagelijks ochtendritueel, terwijl ik mijn tanden aan het poetsen ben en tegelijkertijd mijn sokken fatsoenlijk probeer aan te trekken, worstel met het dilemma: wordt het vandaag een vrolijke of sombere dag? Ik heb geen knop op mijn lijf waarmee ik kan aangeven welke gradatie van gelukkig zijn ik die dag wil ervaren. De ene dag lukt het gewoon wat beter dan de andere. En als het macrogeluk die dag uitblijft, probeer ik intenser te genieten van vormen van microgeluk: een lange warme douche, een minuut voordat de wekker afloopt ontwaken of de geur van een goed boek opsnuiven. Zo verdwijnt de rook om mijn hoofd meestal.
“You can’t have a rainbow without a little rain.”
Zelfs de meest doorgewinterde optimist moet toegeven dat psychiater Dirk De Wachter gelijk heeft als hij stelt dat het leven is niet altijd een feest is. Kopzorgen en verdriet zijn nu eenmaal onderdeel van het leven, net zoals geluk dat is. Alleen drijft geluk bij mij niet aan de oppervlakte. Geluk is een Kinder Surprise; je moet door een aantal lagen dringen voordat het speeltje tevoorschijn komt – en dat is niet altijd even eenvoudig.
In haar lezingen verkondigt ‘professor in geluk’ Florence Servan-Schreiber nochtans het tegendeel. Het recept voor een gelukkig bestaan bestaat volgens haar uit 40% genetisch materiaal, 10% externe factoren (geld, gezondheid, weersomstandigheden …) en 50% ingesteldheid. Als er al een recept voor geluk zou bestaan, dan zou dat recept waardevoller zijn dan dat van Coca-Cola. Voorts zegt ze dat wie met een positieve houding door het leven gaat, gelukkiger wordt dan wie dat met een negatieve doet. Klinkt heel aannemelijk maar zo ongecompliceerd is de realiteit helemaal niet.
“Happiness is a decision, you are as happy as you decide to be.”
Je mentaliteit hangt af van je karakter; de basis krijg je bij je geboorte mee en het wordt in de loop van je leven verder gevormd en bijgeschaafd door allerlei gebeurtenissen, ontmoetingen en externe factoren. Geluk zit dus in de genen. En op de fundamenten van een chalet kun je met de beste wil van de wereld geen stabiele wolkenkrabber bouwen.
Een gierige vrek verandert niet onverhoeds in een wilde weldoener. Een workaholic transformeert niet plotsklaps in een luiwammes. Van een warhoofd maak je niet in 1-2-3 een controlefreak. Een emotioneel ijskonijn krijg je niet zomaar aan het huilen met een aflevering van Grey’s Anatomy. Voor een positieve/negatieve houding geldt krak hetzelfde; een negatief denkpatroon buig je niet in een handomdraai om, zelfs al is de wil er om het te doorbreken. Als geluk nog maar een beetje maakbaar is, dan is het voor sommigen een koud kunstje en voor anderen een serieus karwei.
De realiteit is dus niet te bevatten in een inspirational quote. Door die holle spreuken voel ik me vaak een met de vinger gewezen kneus, alsof ik er zelf voor gekozen heb. Ik verdring het gezeik dan door te focussen op mijn geheime microgelukjes: een vergeten Chokotoff terugvinden in mijn jaszak, verse lakens op het bed, net groen licht hebben als ik kom aangefietst zodat mijn voeten de grond niet hoeven te raken.
“You can’t have a positive life with a negative mind.”
2015 was het jaar waarin er door initiatieven als Rode Neuzendag, ‘Over de streep’ en de openhartigheid van o.a. Selah Sue, Eva Mouton en Eva Daeleman eindelijk ruimte werd gecreëerd voor debat over psychosociaal welzijn en de maakbaarheid van geluk.
Dat debat toonde aan dat het allemaal niet zo zwart/wit is. Bewijs me dat het debat niet voor niets geweest is en wrijf me niet langer slogans als ‘Gelukkig zijn is heel simpel’ onder de neus. Gun me die schemerzone en ik vind in een onverwachte hoek wel een spleet waardoor de lichtstraal valt die het begin is van mijn sunshine after the rain.