Stijnzijn

Menu
Column
Stofzuiger
Tekst: Stijn Depoorter | Foto: Sarah Van Looy

Voor zijn negentigste verjaardag krijgt grootvader een stofzuiger cadeau van zijn kinderen. Hij is op een leeftijd gekomen dat de dingen simpelweg voor hem beslist worden.

Eerdere pogingen om hem ervan te overtuigen het toestel in huis te halen, stootten op een vastberaden ‘nooit van mijn leven’. “Volgens de televisie is dat het grootste vergif dat je in huis kunt halen. Het zuigt de grote stofwolken op, maar verspreidt het onzichtbare fijn stof door gans het huis. Het is niet omdat je het niet kunt zien, dat het er niet is.”

Het elektrisch vernuft wordt hem tegen wil en dank opgedrongen tijdens de receptie op zijn verjaardagsfeest. Hij kan niet anders dan het in ontvangst nemen, waarna hij de doos snel met zijn linkervoet onder een statafel met lege amuseglaasjes en verfrommelde servieten schuift.

Ongemak dringt mijn lijf binnen. Niet in het minst omdat het moment bekroond wordt met een applaus terwijl ik in de ene hand een glas cava en in de andere een lepelhapje met zalm en zure room vasthoud.

Terwijl de cava uit mijn glas op de zandsteen vloer gutst, vraag ik me af wanneer schuimwijn, een oerdegelijk Vlaams woord dat getuigt van weinig pretentie, uit ons taalgebruik verdween en vervangen werd door ronkende termen als daar zijn Cava Brut, Premiere Sekt Trocknen en Prosecco. Om nog maar van ‘het bubbeltje’ te zwijgen waar de gemiddelde Vlaamse babyboomer de mond van vol heeft.

Aan de rouwtafel wordt de eenzaamheid, die als een nevel in de woonkamer hangt, even vergeten

Opa is op een leeftijd gekomen waarin de toekomst een onzeker gegeven is. Het enige wat de man nog te plannen heeft, zijn kaartnamiddagen en met wie hij samen naar de volgende begrafenis zal rijden. Aan de rouwtafel wordt de eenzaamheid, die als een nevel in de woonkamer hangt, even vergeten. Zijn sociaal leven lijkt op een schaakpartij, bij elke zet een pion minder op het bord. Vroeg of laat is het schaakmat.

Het is dan ook begrijpelijk dat hij liever terugblikt naar het verleden, naar een tijd waarin alles nog mogelijk was, hij naar hartenlust toekomstplannen kon maken en er hem geen ongewenste stofzuigers werden opgedrongen.

Het merendeel van de familieleden is ontzet over het feit dat de geserveerde soep een heldere groentebouillon is in plaats van tomatensoep – “Het is nu toch maar een kleine moeite om daar een doosje tomatenpuree in te kappen om die soep op smaak te brengen. Rode soep is toch veel appetijtelijker dan water met drijvende groensels in?”

Het gemor sterft uit als opa het woord neemt. Hij blikt terug, uit zijn stem klinkt gemis. Gemis om ‘mama’, zijn vrouw zaliger, mijn oma. Gemis naar zijn jeugd toen zijn vader nog liedjes uit de Grote Oorlog van ’14-’18 voor hem zong. Deuntjes die niet langer van generatie op generatie worden doorgegeven en snel in de stoffige coulissen van het verleden dreigen te geraken. “Speelt het orgelorkest in het straatje, van je hoempapa-djingel-kaboem, dan voel ik me opperbest met mijn maatje, van je hoempapa-jingel-kaboem.”

Hij kijkt niet meer uit naar de toekomst maar raakt verstrengeld in een spinnen rag vol melancholie. Hij rakelt het verleden steeds vaker terug op, het is vertrouwd en veilig, net als de jaarlijkse zomerherhalingen van FC De Kampioenen.

We verzamelen allebei maniakaal herinneringen die we op sombere dagen, slapeloze nachten of eenzame momenten afspelen in de privé-bioscoop tussen onze oren

Op vele vlakken kunnen grootvader en kleinzoon niet meer van elkaar verschillen, maar op dat vlak lijken we hard op elkaar. We verzamelen allebei maniakaal herinneringen die we op sombere dagen, slapeloze nachten of eenzame momenten afspelen in de privé-bioscoop tussen onze oren. Op melancholie staat geen leeftijd.

Drama’s, komedies, slechte reality soaps, reisreportages en romantiek. Met het Netflix-aanbod van ondergetekende kan je avonden lang bingen. Met die gedachte ontwaak ik uit mijn dagdroom. Ik ben nog veel te jong om constant met een nevel van melancholie rondom me te leven.

Ik kijk naar de kindertafel, de bengels van mijn neven en nichten gieren het uit. In een niet zo ver vergeten zaten wij zelf nog aan die tafel. Terwijl zij ondertussen al een nieuwe generatie voortgebracht hebben, stopt bij mij de lijn.

Met wie zal ik ooit mijn negentigste verjaardag vieren? De meeste pionnen staan nog op mijn schaakbord, zowat alle zetten zijn nog mogelijk. Tijd om een strategie te bedenken. Tijd om alle verloren liefdes, verdwenen vrienden en verkeken kansen van het bord te vegen. Tijd om de onzichtbare nostalgie die als fijn stof rond me hangt niet constant in te ademen.

En zo komt opa’s stofzuiger toch nog van pas.

Dit wil je vast ook lezen

Column
Weggegaan is plaats vergaan Het is ondertussen alweer vier maanden geleden dat je noodgedwongen terug in België belandde met enkele kleren, een toiletzak, een stapel boeken en een oude…