Stijnzijn

Menu
Column
Nochtans écht een spontaan vriendschapsverzoek
Tekst: Stijn Depoorter, Illustratie: Zwoltopia

Vrijdagnacht, het bezoek is net de deur uit. De achtergebleven kruimels en de opgedroogde wijnvlek op de salontafel zijn overblijfselen van een fijne avond. Ik scroll voor het eerst die avond op mijn smartphone en merk op dat ik een nieuw vriendschapsverzoek heb gekregen op Facebook. De naam van de verzoeker zegt me op het eerste zicht niets. Dan valt mijn oog op zijn profielfoto: een foto waarin ik ongewild een hoofdrol speel.

Enkele weken geleden bracht de Genste illustratrice Eva Mouton een T-shirt met het opschrift ‘Nochtans écht spontaan online’ uit. Een ironisch opschrift dat op mijn lijf geschreven is, dus ik was er als de kippen bij om het kledingstuk te bestellen. Ik ben nogal introvert en stap ik niet gauw op mensen af om een praatje te maken, iets waar ik in de virtuele wereld minder moeite mee heb. Dat leverde in het verleden al een paar keer de opmerking op dat ik ‘online toch anders overkom’ dan in het echt.

Toen ik het T-shirt ontvangen had kon ik het niet laten om er een selfie mee te nemen. Ik ben niet vies van een beetje zelfspot. De foto werd gesmaakt, Eva Mouton gebruikte hem zelfs om haar ‘Dag van de klant’-kortingsactie op Instagram aan te kondigen. Famous for one day, yay!

Dit speelde zich enkele weken geleden af, een eeuwigheid in internettermen. Tot vrijdagnacht had ik niet meer stilgestaan bij die foto, tot dat vriendschapsverzoek. De profielfoto van de vriendschapsverzoeker bestond voor de ene helft uit mijn ‘spontane selfie’, in de andere helft figureerde hij zelf. Hij wees met zijn wijsvinger én met een bedenkelijk gezicht naar mij en op zijn eigen T-shirt stond het opschrift ‘Nochtans écht een flikker’. Ik besloot er op dat moment geen verdere aandacht aan te schenken, het was al laat. Ik kroop met een wrang gevoel in bed.

stijn_fb
Illustratie: Zwoltopia

De volgende ochtend besloot ik de foto aan Facebook te rapporteren. Terwijl ik me een weg baande door het kluwen aan rapporteringsopties vroeg ik me af of ik misschien te lichtgeraakt was. Ik neem mezelf regelmatig door de mangel op sociale media, maar dit had toch een andere ondertoon. Had een kennis van me dit gedaan en het woord ‘flikker’ vervangen door ‘homo’, dan was de lading totaal anders geweest en had ik er wellicht om gelachen. Maar dit was een vreemde, die het kwetsende woord ‘flikker’ gebruikte.

Waarom liggen mensen die me nog nooit ontmoet hebben wakker van mijn geaardheid terwijl ik het irrelevant vind? Al die poeha is voor mij niet nodig.

Die woordkeuze zegt meer over hem dan over mij. Blijkbaar maakt mijn geaardheid hem zo onwennig en ongemakkelijk dat hij zijn toevlucht neemt tot gemene en flauwe grappen. Heeft hij zelf iets te verbergen en is dit een coping mechanism? Waarom liggen mensen die me nog nooit ontmoet hebben wakker van mijn geaardheid terwijl ik het irrelevant vind? Al die poeha is voor mij niet nodig.

Ook het tijdstip waarop hij het vriendschapsverzoek stuurde, vrijdagavond rond middernacht, wekte argwaan bij me op. Waarschijnlijk zat hij toen gezellig op café met vrienden en hadden ze ‘die flikker van de foto’ opgezocht, misschien zelfs een weddenschap gehouden of hij ‘die flikker’ een vriendschapsverzoek zou durven sturen.

We hebben onze mond vol van gelijkheid, maar vaak zijn homo’s het mikpunt van spot: ‘Gay!’ roepen als iemand iets niet durft. Of grapjassen die ’No homo!’ roepen als ze te dicht bij hun vriend komen. Het lijkt allemaal onschuldig, maar het zijn kleine steekjes onder water en samen zorgen ze voor te veel blauwe plekken.

Het lijkt allemaal onschuldig, maar het zijn kleine steekjes onder water en samen zorgen ze voor te veel blauwe plekken.

Ik maakte een screenshot en stond op het punt de foto op social media te gooien. Maar waarom zou ik iemand die haat verspreidt zoveel aandacht geven? En was het wel zo’n goed idee om me ook aan public shaming te bezondigen? Ik besloot het te laten.

Niet veel later kreeg ik een melding dat Facebook de foto had verwijderd – dank u Mark Zuckerberg. Ik ging over tot de orde van de dag: de berg vaat van de avond voordien stond op me te wachten. Ik deed inkopen want ’s avonds kwamen er opnieuw vrienden langs (dan toch socialer dan ik dacht) én ik stofte af met een roze stofvod terwijl ik naar de filmmuziek van Disneys Beauty & The Beast luisterde, want ik ben écht een flikker.

Dit wil je vast ook lezen

Column
Weggegaan is plaats vergaan Het is ondertussen alweer vier maanden geleden dat je noodgedwongen terug in België belandde met enkele kleren, een toiletzak, een stapel boeken en een oude…