Stijnzijn

Menu
Column
Witte wijn en sigaretten
Tekst: Stijn Depoorter, Foto: Carmen De Vos

Vlak voor sluitingstijd waai je de supermarkt om de hoek binnen. De gangpaden zijn leeg, net als de schappen in mijn koelkast, op een fles prosecco en wat soja yoghurt na. Je grist een eenpersoonsverpakking lasagne bolognese en een pak bokkenpootjes uit de rekken en haast je naar de kassa.

De vrouw voor je zet een fles witte wijn op de band en vraagt nog twee pakken Pall Mall aan de kassier. Haar stem doorrookt, haar ogen ingevallen in de diepte van haar asgrijze gelaat. Jullie blikken kruisen en dat zegt genoeg. Jullie ondergaan het allebei. Deze wachtrij, hier en nu, is het voorportaal van de eenzaamheid die de avond brengen zal.

Tijdens het vierde lesuur Frans wijdt Madame Delarue uit over haar passie; handlezen. Ze is op enkele jaren van haar pensioen verwijderd. Draagt steevast een  tartan poncho. Witgrijze uitgroei op haar kruin. Nicotinegeel gebit, schots en scheef als Scrabble-letters in een grabbelzakje. Nadat ze de levens-, hart- en hoofdlijnen van enkele klasgenoten geanalyseerd heeft ben jij aan de beurt. Haar verdict: je wordt stokoud maar gaat eenzaam blijven. Chouette.

Je leegt de postbus en begint aan de klim naar boven. Opnieuw een brief voor die ex. Hoe moeilijk is het om een adres te laten aanpassen. Je laat het los. Drie verdiepingen hoger begroeten twee hongerige schreeuwbekken je. Je gooit een handvol kattenbrokken in hun voerbak en zet de lasagne al in de oven terwijl die nog aan het voorverwarmen is.

Je kruipt in je comfy kleren en schuift de deurketting in het slot. Je ketent jezelf aan de avond vast.

Vreemd hoe een desolaat gevoel je kan overvallen. Als een ramkraak beukt het op je in, rooft het je leeg en laat het je verweesd achter

Op de diploma-uitreiking van de middelbare school stapt mevrouw Coulier op je af. De godsdienstlerares kijkt je met haar indringende loofgroene ogen aan. Ze wikt haar woorden, net als op het mondelinge examen de voorgaande week. Toen moest je een vraag over het hindoeïsme beantwoorden. “Het ga je goed. Beloof me één ding. Sluit jezelf niet af van anderen.” Brahma, Vishnoe en Shiva nog aan toe.

Terwijl de kant-en-klare maaltijd in het aluminiumbakje in de combioven gaart, scroll je door Whatsapp. Geen nieuwe berichten. Wel blauwe vinkjes zonder antwoord, uitgedoofde gesprekken met Tindermatches of met die ene vriend die je ooit wekelijks zag terwijl er nu al twee seizoenen geleden is. Jouw vraag of er iemand zin heeft om iets te doen, bengelt als laatste bericht in het groepsgesprek. Weggecijferd net als die ene schimmelplek in de slaapkamer. “Als ik het negeer, dan is het er niet. Alles wat is kan ook niet zijn”, denk je.

Vreemden worden kennissen. Kennissen worden vrienden. Vrienden worden vreemden.

Vreemd hoe een desolaat gevoel je kan overvallen. Als een ramkraak beukt het op je in, rooft het je leeg en laat het je verweesd achter. Je hebt de raad van de godsdienstlerares nochtans opgevolgd. Je sluit je niet op. Je zoekt contact met de ander. Maar soms zoekt de andere geen contact op met jou.

Je bent graag alleen, je hebt dat nodig, je geniet daarvan. Maar niet altijd. Soms voelt alleen zijn aan als alleen alleen zijn. Dan voel je je als cellofaanfolie, doorzichtig en ergens in een lade liggend. Wachtend tot iemand beroep op je doet.

Teamtweedaagse, de sfeer zit goed en een collega oppert om verstoppertje te spelen. Een twintigtal volwassenen duikt de nacht in. Terwijl iemand aftelt verstoppen ze zich tussen struiken, achter auto’s of in een boom. Je verschuilt je in een donkere nis. Bewegen mag je niet, anders verraadt de felle breedstraler met bewegingssensor je schuilplaats. Terwijl de ene kirrende collega na de andere wordt gevat, scheurt het silhouet van de jager rakelings aan je voorbij. Je houdt je adem in. De adrenaline giert door je lijf. Je bent terug negen en denkt dat je onzichtbaar bent. De zoektocht is afgelopen. De winnaar krijgt felicitaties. Ze zijn je botweg vergeten. Je durft je schuilplaats niet te verlaten. Hoe gênant zou dat wel niet zijn? Je wordt een met de duisternis. Je ziet de anderen vanuit de lommerte, maar zij zien jou niet. Je bent onzichtbaar. Voor hen.

Je zet een breinloze Netflixreeks op en verorbert de lasagne, laag per laag. Je duwt de kat weg die op je op en neer gaande vork aast. Ondertussen kijk je of je geen nieuwe berichten hebt op WhatsApp. Of er nog Facebookevenementen waarop je je geïnteresseerd kan zetten. Of je laatste selfie op Instagram nog extra likes opleverde. Het wordt zo’n avond.

Je schaamt je voor dat pathetisch gedoe. Terwijl je je niet hoeft te schamen. Eenzaamheid kent vele gedaantes. Soms ben je alleen eenzaam. Soms ben je eenzaam met mensen om je heen en wil je liever alleen zijn. But that’s not an invitation, that’s all I get. If this is communication, I disconnect. I’ve seen you, I know you but I don’t know how to connect. So I disconnect.

Wat later eet je, zonder het te beseffen, alle bokkenpootjes op. Enkel kruimels blijven achter als stille getuigen van de schranspartij. De koeken vullen je maag maar niet de knagende leegte. Verkruimeld tikt de tijd voorbij. Morgen is een nieuwe dag. Morgen ga je na het werk langs bij een vriendin. Morgen is vast een betere dag.

Je denkt terug aan de vrouw uit de supermarkt. Zou ze morgenavond ook plannen hebben? Of dompelt de witte wijn haar hoofd opnieuw onder in wazigheid terwijl de sigarettenrook de lege kamer vult? Je hoopt dat eerste.

Dit wil je vast ook lezen

Column
Weggegaan is plaats vergaan Het is ondertussen alweer vier maanden geleden dat je noodgedwongen terug in België belandde met enkele kleren, een toiletzak, een stapel boeken en een oude…